Er was een tijd dat zaterdagavond magie in huis bracht. De televisie ging aan, de chips kwam op tafel, en niemand vroeg wat er zou komen. Je wist dat gewoon. Het was het soort avond waar je nu nog met warmte aan terugdenkt.
De zetel zat vol, sommigen lagen met een dekentje op de grond. In het midden stond een kom chips waar iedereen gretig uit at. En naar het toilet gaan? Dat deed je pas als het reclame was — uit respect voor het moment.
De programma’s kende je vanbuiten, en toch keek je opnieuw. Zappen was geen ding. Je keek gewoon. Samen.
En als de bomma zei: “Het is nog iets proper”, dan wist je: dit programma is gezinswaardig én je mag misschien wat langer opblijven.
Vandaag is dat anders. We streamen, kiezen, pauzeren en scrollen ons door de avond. Maar toen? Toen was er maar één televisie, één afstandsbediening, en één gedeelde beleving.
Dat was zaterdagavond. En dat komt nooit meer terug zoals het toen was.